De Kleine Münsterlander of Heidewachtel is een elegante, veelzijdige jachthond met sterke jachtkwaliteiten die hun grondslag vinden in voorouders uit het begin van de 20ste eeuw. De bouw is atletisch, de vacht middenlang in de kleurslagen bont tot donkerschimmel. De hoogte varieert van 50-54 cm voor de teven en 52-56 cm voor de reuen.
Het is een allround jachthond, d.w.z. hij jaagt zowel voor (opzoeken en voorstaan van wild) als na het schot (apporteren, zweetwerk). Over het algemeen zijn het honden met veel will to please, d.w.z. dat ze graag voor hun baas willen werken waarbij ze hun veelzijdigheid combineren met intelligentie en een snel aanpassingsvermogen aan gevarieerd terrein. In het veld tonen ze een vaste manier van voorstaan, spoorvastheid en een groot uithoudingvermogen zelfs onder moeilijk omstandigheden. Ze apporteren graag en goed en het is een enthousiaste waterhond.
Heidewachtels kunnen echter ook eigenwijs en koppig zijn. Ze hebben daarom een vaste, consequente maar absoluut geen harde manier van opvoeden nodig. Ja is altijd ja en nee is altijd nee. Geef je ze een vinger nemen ze voortaan gewoon de hele hand. De training van de Heidewachtel moet consistent en afwisselend zijn om de hond te leren wat er van hem verlangd wordt. Steeds hetzelfde op dezelfde manier trainen en steeds op dezelfde plek werkt niet bij een Heidewachtel, hij gaat zich dan snel vervelen, doet niet meer wa t van hem gevraagd wordt wat kan ontaarden in vervelend, ongehoorzaam gedrag.
Zijn koppigheid (die sommige eigenaren tot wanhoop drijft) maakt hem echter tot een heel initiatiefrijke jachthond die eigenlijk voor alle soorten jacht ingezet kan worden. Door zijn will to please en grote apporteerdrang is zelfs een apport van een flinke vos of Canadese gans geen probleem (hoewel die laatste meestal wel een gesleept apport wordt).
Het karakter van de Heidewachtel is vriendelijk, vrolijk en energiek. Het is een hond die graag in de nabijheid van zijn baas wil zijn en graag voor hem wil werken.Door zijn vriendelijke karakter zien we de Heidewachtel steeds vaker als huishond. Hier is niets op tegen mits de hond voldoende beweging krijgt en voldoende mentaal gestimuleerd wordt.
Helaas gebeurt het steeds vaker dat mensen een Heidewachtel aanschaffen om zijn vriendelijke karakter, hoge aaibaarheidsfactor en/of omdat het zo'n schattig hondje is. Heel vaak realiseren ze zich echter niet dat ze een jachthond in huis halen waarbij de jachteigenschappen nog sterk zijn ontwikkeld en die een zeer consequente manier van opvoeden nog heeft. Hierdoor ontstaan problemen als ongehoorzaamheid, weglopen tijdens wandelingen waardoor de eigenaren de hond vaak niet meer los durven laten lopen en afwijkend gedrag als nervositeit en destructief gedrag. 3x per dag een rondje rondom het park is voor dit ras absoluut onvoldoende. Wanneer niet gebruikt als jachthond is het belangrijk dit ras andere vormen van uitdaging aan te bieden in de vorm van behendigheid, agillity, flyball en andere hondensporten om te voorkomen dat bovengenoemd ongewenst gedrag zich ontwikkelt.
Helaas zie ik op de training steeds vaker Heidewachtels die niet voldoen aan bovengenoemde beschrijving, nerveus en/of schotangstig zijn, niet willen apporteren, waterangst hebben of totaal geen band hebben met hun eigenaar. Vaak ligt het probleem bij de opvoeding van de hond vanaf het moment dat deze in huis komt (onvoldoende training in de belangrijke socialisatiefase van week 7 t/m 5e maand), maar ook kan de afkomst een rol spelen. Omdat steeds minder Heidewachtels als praktijkhond gebruikt worden, wordt bij de fok minder gelet op gewenste eigenschappen als zoekwil, voorstaan, waterwil, will to please en schotvastheid. Binnen de rasvereniging moeten alle voor de fok gebruikte honden, naast een onderzoek op HD en erfgelijke oogafwijkingen, een aanlegtest afleggen waarbij ze min of meer getest worden of de gewenste eigenschappen aanwezig zijn. Fokdieren hoeven, in tegenstelling tot de eisen die bij een aantal andere jachthondenrassen worden gesteld, helaas niet in het bezit te zijn van een officieel KNJV-diploma, veldwerkdiploma of gelijkwaardig buitenlands jachtcertificaat. Bovendien worden nog steeds veel honden gefokt zonder fokadvies of zelfs zonder stamboom waarbij onduidelijk is wat de karaktereigenschappen van de ouderdieren zijn maar ook of deze dieren niet aan (voor het ras nu of uit verleden bekende) gezondheidsproblemen leidt. Door zijn hoge aaibaarheidsfactor blijft er helaas ook voldoende vraag naar dit soort honden met alle gevolgen van dien en zien we steeds meer Heidewachtels ter herplaatsing of in asiels.